Motorvakantie Corsica
In 2000 ging een lang
gekoesterde wens in vervulling. Een echte motorvakantie, waarbij alles op de
motor bepakt moest worden. Niet van hotel naar hotel, maar gewoon kamperen.
lekker primitief dus.
De
bestemming werd Corsica. De heen- en terugreis deden met de autoslaaptrein, om
niet te vermoeid op het eiland aan te komen. Na een ontzettend natte rit naar
Keulen konden we in de trein lekker uitrusten, eten en slapen.
Dit was erg goed bevallen en we konden dus lekker fit aan de onderneming
beginnen. In Livorno pakten we de boot richting Bastia. Wel even slikken hoe die
Italiaantjes de motor vastsjorden aan de zijkant van het parkeerdek. Dit hebben
we zelf toch maar even opnieuw gedaan met wat spanbandjes en bescherming onder
de touwen.
We kwamen in het donker aan in Bastia en moesten toen nog enkele kilometers rijden naar de eerste camping. Rob vond het geweldig, maar ik heb wat angstdruppeltjes over m'n rug voelen glijden. Wat een bochtenwerk, stijl omhoog en omlaag en dat in het donker! Eventjes rustig beginnen was er dus niet bij. De eerste dagen reden we een tour door Cap Corse (het uitstekende vingertje helemaal boven in Corsica). We bezochten het plaatsje Nonza met het zwarte strand en klommen helemaal naar de top in Luri waar we van het mooie uitzicht konden genieten. In St. Florent zaten we de hele middag lekker op het terras, terwijl jong en oud op het plein Petanque speelden. Lekker idylisch.....
We
maakten onze tour westom en reden verder richting Calvi. Inmiddels was ik ook al
wat gewend aan de wegen. Erg smal, veel bochten maar wel prachtig. Aan de ene
kant de rotspartijen en aan de andere kant weidse uitzichten over de zee of een
dal. Ik voelde me zelfs zo op m'n gemak dat ik al rijdende foto's heb kunnen
maken. Calvi is een moderne stad met een enorme stadsmuur waar we lekker ons
stokbroodje met boursin op hebben gegeten.
We
reden verder richting Porto. De rotsen bij Piana zijn bij zonsondergang helemaal
rood; geweldig om te zien. Je moet er wel op tijd bij zijn, want er zitten
overal verliefde stelletjes op de rotsblokken om hiervan te genieten. Maar het
was zeker de moeite waard. Bij Porto hebben we ook een flink stuk gelopen bij "
les Gorges de la Spelunca". Corsica staat
bekend om z'n Grand Route, maar wij hebben dus de kleinere wandelpaden gepakt.
Niet zo druk en net zo prachtig. Nou ja, wandelpaden. Het waren flinke
klimpartijen over de rotsige paden. Precies goed om het luie zweet eens te laten
werken......
Rob
had elke cm. van de motor benut, om toch zoveel mogelijk mee te kunnen nemen. Zo
hadden wij toch twee stoelen bij, een automatisch opblaaspomp (op de accu) voor
het tweepersoons luchtbed (je gaat toch niet blazen op vakantie....), tent,
panneset, branders, wandelschoenen, radio. Kortom,
noem maar op. Het was dus wel primitief, maar heel goed te doen. We waren
al buiten het seizoen, dus we hadden tevens de mooiste plekjes op de campings
De
tocht ging verder richting Ajaccio waar we een camping vonden in Porticcio.. De
stad viel ons een beetje tegen; afgezien van de haven en het monument van
Napoleon was er weinig te beleven. Af en toe gingen we van de doorgaande weg af
om iets moois te kunnen bekijken. Wie zegt dat een Pan niet off road kan
rijden!.. je moet er iets voor over hebben om nog stenen pilaren (menhirs) uit
de tijd van Asterix en Obellix te kunnen bekijken in Pallagiu.
We kwamen aan
in Bonifacio. Dit vonden wij de
mooiste stad van het eiland. Prachtig gelegen op de krijtrotsen, knusse steegjes
en kleine restaurantjes.
Mooie zonsondergang (ja, ja, wederom tijd voor romantiek) en een indrukwekkend
zeemanskerkhof. We hadden in een klein
foldertje iets gelezen over een klein wit strandje genaamd Petit Sperone. Na
alweer een flinke klauterpartij langs de kustlijn vonden we het eindelijk.... de
Blue Lagoon was er niets bij. Mooi blauw/groen water en wit zand. Een tijdje
waren we zelfs helemaal alleen op dit strandje, maar helaas kwamen er later ook
nog wat andere bezoekers. Dan ga je toch niet mee zo makkelijk met de billen
bloot!
Alhoewel
we laat in het seizoen waren (laatste week september, 1e week
oktober) hadden we toch nog heerlijk weer. Op een enkele bui na. Toch niet echt
handig als je dan geen regenpak bij je hebt. Maar ja, gelukkig hadden we de
cursus "creatief met vuilniszakken" gevolgd, zodat we toch nog droog
op de camping aankwamen. Onder het mom van "hier zien ze me toch nooit meer
terug" durfde ik zo wel mee achter op de motor en tja, je bent toch al
getrouwd he. . . .
Vanaf
Bonifacio reden we weer terug naar boven, richting Bastia. Dit ging erg snel,
want het grootste deel is snelweg. We stonden nog enkele dagen op een camping in
Ghisonaccia, vanwaaruit we nog een paar dagtochten hebben gemaakt naar het
binnenland: we bezochten de studentenstad Corte en gingen nog op zoek naar
eeuwige sneeuw. Het was superkoud daarboven maar helaas zo mistig, dat we
helemaal niets hebben kunnen zien. Helaas pindakaas. Ook liepen we hier een
klein stukje van de Grand Route, op weg naar de "Trou de la Bombe";
een immens grote rotspartij met in het midden een gat. Na wat kunst- en
vliegwerk konden we bij dat gat komen. Het is maar goed dat we zo soepel zijn
van lijf en leden (hum hum).
De vakantie was (zoals zo vaak) veel te snel voorbij. We hebben mooie dingen gezien, flink gewandeld, lekker gezwommen aan het einde van een lange motorrit, en vooral veel gereden. Niet zozeer in kilometers (want echt hard kun je op Corsica niet gaan met al die smalle wegen vol rare bochten), maar wel in tijd. Lang leve de Pan European, want ook al heb je veel gereden, je bent absoluut niet gebroken na zo'n dag of vakantie.